De CAN-bus is een netwerk-oplossing voor industriƫle omgevingen waar veel elektrische storingen zijn te verwachten. Momenteel zijn nagenoeg alle nieuwe auto's er mee uitgerust, zodat de steeds omvangrijkere voorzieningen niet langer bijdragen aan de elektrische bedrading. Alle schakelaars, pedalen, lampen, motortjes en sloten worden, soms in groepjes, als "CAN-nodes" aangesloten op de voeding en de CAN-bus die door de gehele auto loopt (totaal maar 4 draden). De boordcomputer vraagt de stand van de schakelaars en pedalen op, beslist welke acties moeten worden uitgevoerd en zendt via de bus de commando's naar de motor, de lampen enz.. Ook wordt de CAN-bus aangesloten op de "OBD" auto diagnostiek connector.
De bus bestaat uit 2 strak getwiste draden die aan beide uiteinden afgesloten zijn door een 120 ohm weerstand om elektrische reflecties van de kabel einden te absorberen. In rust hebben beide draden dezelfde spanning (een "1"). Bij communicatie bewegen de spanningen zich in tegengestelde richting in een vorm van seriecommunicatie. Door deze wijze van communiceren straalt de bus netto geen signalen uit en hebben omgekeerd uitwendige storingen geen invloed op het verschilsignaal dat de nodes ervaren. De in de nodes aanwezige transceiver chips hebben dan ook een grote ongevoeligheid voor "common mode" signalen tot wel 42 volt.