Als mensen met elkaar communiceren zijn een aantal afspraken nodig: men spreekt een taal en enkele andere regels af om elkaar te kunnen begrijpen en als de afstand groot is, worden via diverse centrales telefoons ingezet. Bij computers die willen communiceren is het niet anders: alle deelnemers moeten dezelfde signalen gebruiken, men moet niet door elkaar praten, men moet elkaar niet zomaar onderbreken, maar men moet de anderen ook een kans geven en er worden waar nodig langeafstandsverbindingen ingezet. Dergelijke regels voor de "netwerknodes" (over een netwerk communicerende apparaten) noemt men, ook bij computercommunicatie, protocollen.
Netwerkrollen
Bij computercommunicatie onderscheid men op elk moment verschillende rollen van de verschillende nodes:
De ontwikkelaars van het "ARPANET", het latere "Internet", documenteren hun openbare protocol-afspraken vanaf 1969 in RFC's (Request for Comments). Diverse commerciële partijen (IBM, DEC, enz.) ontwerpen gelijktijdig netwerksystemen voor de eigen hardware.
Omdat in de jaren '70 het aantal verschillende netwerkoplossingen de pan uit rezen, begon men zich te realiseren dat het koppelen van apparaten van verschillende firma's m.b.v. "Gateway" computers kostbaar was en werd het OSI-comité opgericht om enige ordening te brengen.