4731: Open Systems Interconnection Model

Van de ISO kreeg een "OSI-comité" tot taak het probleem van de koppeling tussen netwerken op te lossen. In 1978 presenteert het comité het resultaat: een model met een stack (stapel) van 7 functionele lagen, dat als lijddraad dient bij het bouwen van een netwerksysteem. Door alle taken van een (nieuwe) netwerkarchitectuur in de juiste laag te plaatsen en elke taak uitsluitend te laten communiceren met de boven- en de onderliggende laag, is het mogelijk op elk niveau delen van andere architecturen in te passen en dus gemengde netwerken te realiseren.

Als een applicatie in node 1 (computer 1), wil communiceren met een applicatie in node 2, wordt een bericht in node 1 in laag 7 opgesteld en doorgegeven aan laag 6. Hier wordt waar nodig een "vertaling" doorgestuurd aan laag 5 waar optioneel een verbinding wordt geopend met laag 5 van node 2. Aangezien dit alweer niet direct kan, wordt het bericht via laag 4 in hapklare pakketten getransporteerd richting het netwerk, natuurlijk via laag 3 die de weg kent naar node 2 en dus laag 2 opdraagt het pakket via de juiste link (het "MAC-adres"), veilig de goede richting in te sturen. Laag 1 heeft daadwerkelijk de mogelijkheid de fysieke chips te bewegen de gewenste signalen te genereren.
Alle nodes op het netwerk ontvangen in laag 1 het signaal en geven het pakket door aan hun laag 2, waar allereerst wordt getest of het bericht op de juiste node is aangekomen. Zo ja gaat het door naar laag 3, voegt laag 4 de pakketten weer samen enzovoort.

Op deze wijze lijkt het voor elke laag op de stack dat er een directe verbinding is met dezelfde laag op de stack van de andere node. Eigenlijk is er dus een virtuele verbinding tussen overeenkomstige lagen en zullen uiteindelijk ook beide applicaties geen verschil merken met berichtenverkeer binnen hun computer.

Het model heeft beslist bijgedragen aan de zorgvuldigheid bij de ontwikkeling van netwerkarchitecturen, maar gemengde netwerken komen toch niet veel voor omdat er in 40 jaar nog maar weinig verschillende protocollen zijn overgebleven. Bovendien zijn de laagste 2 lagen in sterke mate in chips vastgelegd en zijn de bovenste 3 terecht gekomen in standaard implementaties van databases, filesystemen en programmeerstructuren.