De netwerkprotocollen voor Ethernet (IEEE802.3) beschreven oorspronkelijk een koppeling met "coaxkabels" tussen de knooppunten, maar aangezien dit niet praktisch was bij gebouwenbekabeling werd overgegaan op "Twisted Pair" bekabeling voor "Ethernet 10/100BASE-T" (10 of 100 Mbit/s). Aanvankelijk werd bij diverse organisaties hierbij gebruik gemaakt van de voor IBM-tokenring (IEEE802.4) gespecificeerde (vrij dikke en dure) afgeschermde twisted pair kabels. De in telefonie gebruikelijke niet afgeschermde CAT-3 (en CAT-4) kabels waren nog niet bruikbaar, maar CAT-5 wel en met CAT-5e kwam zelfs 1 Gbit/sec (1000BASE-T) in zicht. Als connector werd gekozen voor de 8-polig RJ-45 connector, grote broer van de 4-polige RJ-10 en RJ-11 uit de telefonie. CAT-5(e)-kabels bevatten 4 paren verbindings-kanalen; voor 100BASE-T worden hiervan alleen de paren blauw en groen gebruikt, voor Gbit/s Ethernet zijn alle 4 paren nodig.