Bier is een licht alcoholische en koolzuurhoudende drank gemaakt met water, gefermenteerde mout, soms kruiden en hop. Bier is de oudste en meest geconsumeerde alcoholische drank ter wereld, en op water en thee na de populairste drank.
Al 6500 jaar geleden werd in Mesopotamië bier gefabriceerd met behulp van gerstbrood. De bierconsumptie was in Europa tijdens de middeleeuwen zeer hoog omdat het water in de steden vaak vervuild was: in de Lage Landen dronk men zo'n 300 liter bier per persoon per jaar. In 2013 dronk een Nederlander gemiddeld 72 liter bier per jaar, maar het middeleeuwse bier bevatte vrij weinig alcohol.
Er bestaan verschillende manieren om bier te maken. De tegenwoordig meest gebruikelijke methode in Europa is het in water laten fermenteren van mout (ontkiemd graan) van gerst met een gist. Tijdens dit proces worden koolzuurgas en alcohol gevormd. Voor de gisting wordt doorgaans hop meegekookt als smaakmaker en conserveermiddel.
Afhankelijk van de temperatuur bij het gisten worden verschillende resultaten verkregen:
Ondergisting of lage gisting vindt plaats bij een temperatuur van 6 tot 12 graden (vroeger buiten de winter natuurlijk moeilijk te realiseren). Het proces verloopt rustig zodat de gist naar de bodem kan zakken. Volledige vergisting neemt enkele weken in beslag. Dit levert het oorspronkelijk uit Tsjechië afkomstige pils en de Duitse blonde lagers op.
Bovengisting of hoge gisting vindt plaats bij een temperatuur van 15 tot 20 graden. Dit proces verloopt veel minder gecontroleerd: de vergisting duurt enkele dagen en de gist blijft op het brouwsel drijven. In België en in Engeland is dit oudere proces altijd gebleven.
Bier bevat veel calorieën en is daarom gelinkt aan obesitas.