Vetten zijn gevormd uit glycerol en vetzuren. Het type vet wordt bepaald door de erin aanwezige vetzuren. Vetten zijn typisch onoplosbaar in water en vet drijft op water.
Vetten worden aangemaakt in dieren en planten. Twee onverzadigde vetzuren die in het lichaam worden gebruikt (linolzuur en alfa-linoleenzuur), kunnen niet door de mens worden gemaakt en zijn daarom essentieel in de voeding. Het is belangrijk om deze vetten binnen te krijgen, omdat ze de kans op hart- en vaatziekten helpen verkleinen. Een westers voedingspatroon bevat naar verhouding veel linolzuur en te weinig alfa-linoleenzuur. Een makkelijke manier om de essentiƫle vetten binnen te krijgen is door eten van olie, noten en vette vis.
Bij een overschot aan energiebronnen in de voeding (dus ook vetten) kunnen deze worden omgezet in het lichaamseigen vet en in het lichaam opgeslagen.
Vetten betekent veel calorieƫn en is dus gelinkt aan obesitas.