4922: Near-field Communication & Identificatie

Met NFC kunnen over korte afstand (max 10 cm) gegevens (en energie) worden uitgewisseld tussen twee chips met elk een kleine geprinte antenne.

De voorloper van NFC, de RFID (Radio-Frequency ID), zal een code zenden als er een RF-veld ontvangen wordt. Uit het veld wordt ook de energie onttrokken voor de voeding. Een RFID-toepassing, zoals een toegangspas, heeft dus aan de paszijde geen batterij nodig.

Complexere NFC-toepassingen, zoals de bankpas, voeren uitgebreide tweerichting communicatie zonder dat de pas een eigen voeding nodig heeft.