USB levert standaard 5 volt voor het voeden of opladen van apparaten. Het idee is dat veel eenvoudige randapparaatjes, zoals het toetsenbord, de muis, een USB-stick of een SD-kaartlezer, vanuit de computer van stroom worden voorzien. In de versie USB 1.x is vastgelegd dat hiervoor 100 mA per poort beschikbaar is, maar bij gebruik van een USB-hub zou dat dus 100 mA voor alle hub-poorten samen betekenen. Dat is voor een paar sticks wel voldoende, maar de meeste hubs worden daarom toch geleverd met een eigen voeding.
Apparaten als printers en scanners vragen natuurlijk veel meer stroom en worden dus altijd met een eigen voeding uitgerust en dat gold ook voor de eerste externe harddisks die met de komst van USB 2.0 op de markt kwamen.
Door het grote succes van voeding via USB steeg ook de vraag naar grotere stroomsterkte. Omdat het bezwaarlijk is te eisen dat alle computers altijd veel stroom kunnen leveren aan alle USB-poorten is, vanaf USB 2.0 gekozen voor een protocol waarbij een apparaat kan vragen om meer dan de 100 mA "Low-Power" van een USB-poort. Van toestellen die om "High-Power" vragen wordt wel verwacht dat ze in "Low-Power" opstarten en nooit meer gebruiken dan de toegekende hoeveelheid. Moderne harddisks kunnen soms al met USB 2.0 en vaak met 3.0 zonder eigen voeding werken.
Versie | Naam | Connector | Stroom |
---|---|---|---|
USB 1.x | Low-Power | wit | 100 mA |
USB 2.0 | High-Power | zwart | 500 mA |
USB 3.x | Low-Power SS | blauw | 150 mA |
USB 3.0 | High-Power SS | blauw | 900 mA |
USB 3.2 | High-Power MLSS | blauw | 1,5 A |
USB 4.0 | USB4 40Gbps | type-C | 1,5 A |