Wanneer een node een pakket wil (door)zenden kiest het de snelste bekende uitgaande verbinding. Als zender en ontvanger van een netwerkcommunicatie niet in hetzelfde fysieke netwerk zitten, zoekt de network laag (3) een "router" die het pakket kan doorsturen. De router heeft een stack (stapel netwerklagen) voor elke fysieke aansluiting die beschikbaar is en zend het pakket door.
Deze stacks bevatten alleen de onderste 3 lagen omdat de router natuurlijk niet geïnteresseerd is in de inhoud van het bericht en het niet zeker is dat alle pakketten van bericht langs deze router komen. In veel gevallen is het bericht trouwens "end-to-end" gecodeerd en is het in de router helemaal niet te lezen.