Een magnetische schijf is een ronddraaiende plastic of aluminium schijf waarop een magnetische laag door een boven de schijf zwevende "kop" in concentrische cirkels wordt beschreven met magnetische éénen en nullen. Zo'n cirkel heet een track en kan, afhankelijk van de gebruikte technologie een maximaal aantal bits bevatten. Bij meerdere (en/of dubbelzijdige) schijven zijn er natuurlijk meerdere koppen, spreekt men van (concentrische) cylinders en kunnen er meer bits tegelijk gelezen of geschreven worden. Elke schijf is ingedeeld in een aantal sectoren zodat in elke track clusters van een in te stellen aantal bytes ontstaan. Om een bepaald cluster te kunnen lezen of schrijven wordt de kop boven de juiste track geplaatst, waarna gewacht wordt totdat de juiste sector voorbij komt. Lezen en schrijven van data gaat bij alle systemen altijd in gehele clusters.
In beginsel is de capaciteit van een disk: aantal tracks X clusters per track X bytes per cluster. Bij het zogeheten "formatteren" van een schijf wordt de clustergrootte (in bytes/cluster) ingesteld, maar bij elk filesysteem worden er ook clusters gereserveerd voor de interne administratie, zodat de bruikbare capaciteit aanmerkelijk kleiner kan zijn. Bij heel grote harddisks worden doorgaans ook flinke clusters ingesteld om het totale aantal clusters niet te groot te maken. Maar bij veel kleine bestanden is dat natuurlijk minder efficiënt.