Het IBM (Desktop) ontwerp van de Personal Computer is vanaf het begin goed opgezet. Het is een schaalbaar modulair systeem, waarvan de specificaties royaltyvrij en open beschikbaar zijn, zodat ook derde partijen kunnen bijdragen. Het hart van het systeem is het "moederbord"(2) waarop de (Intel) CPU(3) en hulpchips zijn geplaatst, met de verbindingsconnectoren voor diverse I/O, geheugenmodules(4), uitbreidingskaarten(5) en voor de standaard voeding(6) van -5, +5 en +12Volt.
In de in veel opzichten standaard kast is ook plaats voor Floppydisk(7), Harddisk(8) en CD- of Dvd-disk. Naast de kast is bij een PC altijd een beeldscherm(1), een toetsenbord(9) en een muis(10) noodzakelijk.
Voor de besturingssoftware gaat IBM in zee met de dan nog jonge firma Microsoft die verschillende versies van "DOS" (Disk Operating System) levert. Later zal Microsoft (met IBM) voor de professionele markt "OS/2" ontwikkelen, met een grafische schil als reactie op de Macintosh en daarna het in eerste instantie eenvoudiger "Windows".
Door het open karakter van het PC-concept worden grote aantallen, steeds geavanceerdere pc's in Aziƫ gebouwd tegen steeds lagere prijzen. IBM verlaat zelf de pc-markt en andere firma's nemen het over.